Oud-leerling van het Maerlant, dát was je cv
De jaren zeventig op het Maerlant-Lyceum kregen de signatuur van rector Ton van Boven. Een beproefde methode van hem om de schoolcultuur te behouden was het aanstellen van docenten die zelf het Maerlant als leerling hadden doorlopen. Ook Bob Commerell bracht zijn leven voor een groot deel op het lyceum door, als leerling en later als gymleraar en geschiedenisdocent.

Aangenomen
“J.C. Marx, mijn oude leermeester lichamelijke opvoeding, ging weg en ik hoorde dat het Maerlant een opvolger zocht. Ik kwam de rectorskamer binnen en Van Boven zei één zin: ‘Je bent leerling van het Maerlant geweest, dus ben je goed. Je bent aangenomen.’ Daar was Van Boven heel stringent in. Ik trad dat jaar in dienst met nog zes oud-leerlingen. Je was leerling van het Maerlant geweest, dát was je cv.”Maar eerst de jonge jaren als leerling. “In 1953 is de hbs-afdeling erbij gekomen. Je had in die tijd veel gepromoveerde docenten en voor hen was het toen alsof er een vmbo-afdeling bij kwam. Ze voelden er niets voor. Ik heb dat als leerling altijd heel sterk gevoeld: de gymnasiasten die neerkeken op de hbs-leerlingen. Doctor D’Angremond, doctor Visser, doctor...”
”Die dr. Visser was de grote man van het Engels, hij heeft nog een aantal schoolboeken geschreven. Ik zal nooit van mijn leven vergeten dat hij mij een keer voor de klas riep en ik een halfuur lang moest laten zien hoe je de th moest uitspreken. Kun je je dat voorstellen? Dat was de ultieme vernedering ten opzichte van je medeleerlingen. Volgens mij was dat toch het dedain dat dit soort lieden had voor hbs’ertjes. Dat was niet bepaald leuk.” “Die houding is lang zo gebleven, het was nog zo toen ik in 1972 terugkeerde als leraar. De grote omslag kwam eind zeventiger jaren. Toen is het Maerlant opengegaan, het was niet meer alleen Benoordenhout, Bezuidenhout en Wassenaar. We stegen naar duizend leerlingen. Het gevolg was dat we negende uren moesten gaan draaien. Voor 6-vwo was in principe geen plaats, maar bij de Oranje-Nassauschool in de Weissenbruchstraat stond een hele bovenverdieping leeg. Daar resideerden de leerlingen en de docenten kwamen lopend naar de Weissenbruchstraat om daar les te geven. In de ogen van de leerlingen was dat een prachtige, exclusieve situatie.”

Dienstbode
“Het Maerlant nam de havo-afdeling over van de pedagogische academie aan de Diamanthorst. De officiële naam van de school werd Maerlant-Lyceum met afdeling havo. Dat is een enorme geforceerde situatie geweest, want in de onderbouw waren we nog steeds een vwo-school met daarbovenop 4 havo en 5 havo. Maar die opening, die verandering, heb ik geweldig gevonden. Vóór die tijd, zeker met al die Wassenaarse leerlingen, was je toch maar het verlengde van de dienstbode thuis. Zij hadden het zoveel beter met pa in de villa. Soms was de houding van leerlingen denigrerend. De toon was toch een beetje: mijn pa is directeur van Shell, wie ben jij nou eigenlijk? Van enclave werden we een echte open school, ik vond dat een grote verbetering.”
Mijn pa is directeur van Shell, wie ben jij nou eigenlijk?
Poeha
Ook voor hem was Ton van Boven de man die de toon zette op school, maar niet elk accent viel bij hem even goed. “Aan één kant had hij het geluk gehad dat er meer leerlingen waren dan we eigenlijk aankonden. Dus dat probleem was er niet. Daarnaast was hij vreselijk goed voor de PR van de school. Hij hield niet op met ons te vertellen dat hij in het Benoordenhout woonde en dat hij elke zaterdag in de Van Hoytemastraat de dames aansprak. Maar hij kon dat allemaal doen, omdat hij twee gigantisch goede conrectoren achter zich had: Boeree en Steenkamp. Die regelden alles. Boeree organiseerde alles zeer strak en Steenkamp wist met zijn geweldige flux de bouche altijd alles recht te praten. Van Boven kon zo de mooie meneer spelen, maar hij heeft de school toch veel goed gedaan. Hij heeft het Maerlant uitstekend achtergelaten.”
“Een aardige man? Jaaaah, maar wel met poeha. Een beetje een dikdoener. Hij was senator, dat vergat hij nooit te vertellen. In feite was hij ook het begin van de carrière van Mark Rutte. We hadden toen nog de debating club op het Maerlant, Calliope. Daar is Mark al heel jong bij gekomen. Dat was de basis voor zijn voorzitterschap van de JOVD. Toen Mark al in de Kamer zat, belde hij elke zondag met Van Boven. Dan leerde de oude senator hem nog even de kneepjes van het vak en vertelde hij hoe Mark op bepaalde dingen moest reageren.”
Victor ’t Hooft
Onvermijdelijk valt ook de naam van vastgoedhandelaar Victor ’t Hooft die in 2007 bij zijn huis aan de Bezuidenhoutseweg werd vermoord. Ook hij was leerling aan de Johannes Bildersstraat. “Hij was een beetje een straatjongen, een stoere bink, niet op zijn mondje gevallen. Hij was gymnasiumleerling. De meeste leerlingen kwamen in die tijd uit het Benoordenhout en Wassenaar. Die konden tijdens de Rome-reis kopen wat ze wilden, maar bij Victor en zijn vriend Adri Zuiderwijk was dat anders, zij hadden geen cent te makken. Tijdens een excursie naar Ostia Antica hadden zij aangekondigd dat ze ’s avonds op hun kamer een stripteaseshow zouden houden. Maar daar moest wel voor worden betaald. Het schijnt dat iedereen flink gelapt heeft. We kwamen er al vrij snel achter, zoiets houd je niet geheim. We stonden daar natuurlijk niet bij te juichen, maar dit soort dingen moet je soms nemen. Hij heeft de school niet afgemaakt, opeens was hij weg. Zo zonde. Ruwe bolster, blanke pit, dat vond ik toch wel. Hoewel hij geen eindexamen heeft gedaan, speelde hij nog wel een rol tijdens een examenstunt. De school was gebarricadeerd door de eindexamenleerlingen. Dat is door Victor opgezet. Deur op slot, stoelen erachter en ik weet niet al wat meer. Maar ik had de sleutels van de achterkant om bij de gymzalen te komen. Met alle docenten zijn we vervolgens achterom gegaan. Dat was paniek, daar hadden ze niet op gerekend: toen hebben ze echt met stoelen naar ons gegooid. Eind zeventiger, begin tachtiger jaren. Ik geloof dat de helft is geschorst.”Tijdens de examenstunt van Bob zelf, in 1962, ging het er iets chiquer aan toe. “Alle jongens in een zwart jacquet met hoge hoed, de meisjes allemaal in het zwart met hoedjes en sluiers. We hadden een draagbaar bij ons waarop ons klassenboek lag. Met tromgeroffel zijn we vanaf de Neuhuyskade om de school gelopen. In het plantsoen hebben we toen ons klassenboek verbrand. Dat was nog iets anders dan met stoelen gooien.”
Na zijn loopbaan als docent geschiedenis en gymnastiek (‘ik mocht geen geschiedenis studeren omdat ik hbs had gedaan, dat was toen zo. Later heb ik op de School voor Taalen Letterkunde mijn MO-akte gehaald’) is Bob Commerell nog tweeënhalf jaar in demediatheek van het Maerlant werkzaam geweest.
Tekst: Casper Postmaa